Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) bevriest per direct de samenwerkingen met Bar-Ilan University, The Hebrew University of Jerusalem en de University of Haifa. Bestaande exchangeprogramma’s met de drie universiteiten worden bevroren en er worden geen nieuwe onderzoekssamenwerkingen aangegaan. Binnen internationale allianties of consortia, zoals bijvoorbeeld de Horizon-programma’s, kan alleen sprake zijn van deelname door de EUR/faculteiten als er geen directe samenwerking is met deze universiteiten.
Het besluit van het College van Bestuur van de EUR volgt na het advies van de onafhankelijke Adviescommissie Gevoelige Samenwerkingsverbanden (ACGS), die vorige week hun advies uitbracht. Het collegebestuur volgt de lijn van het advies in haar besluit.
Annelien Bredenoord, voorzitter van het College van Bestuur EUR: "Onze internationale samenwerkingen zijn gebaseerd op academische vrijheid en wetenschappelijke diplomatie. Maar die vrijheid kent grenzen wanneer fundamentele mensenrechten in het geding zijn. Op basis van het onderzoek van de adviescommissie achten wij het risico dat wij nu indirect betrokken worden bij mensenrechtenschendingen te hoog. Kritisch blijven kijken naar partnerschappen past ook binnen ons maatschappelijke karakter en onze Erasmiaanse waarden. De adviescommissie heeft veel werk verricht het afgelopen jaar, en daarvoor zijn we hen dankbaar. Zolang wij geen vertrouwen hebben dat door samenwerking de EUR niet ook indirect betrokken raakt bij schendingen van mensenrechten, blijven de institutionele samenwerkingen en bestaande uitwisselingsprogramma’s bevroren en worden geen nieuwe samenwerkingen gestart."

"Academische vrijheid kent grenzen wanneer fundamentele mensenrechten in het geding zijn"
Annelien Bredenoord
voorzitter CvB EUR
Bar-Ilan
Volgens het onderzoek van de adviescommissie zijn er grote risico’s dat Bar-Ilan is betrokken bij mensenrechtenschendingen. Het College van Bestuur volgt het advies dat samenwerking met Bar-Ilan niet langer houdbaar is en besluit daarom de samenwerking per direct, tot nadere order, te bevriezen.
The Hebrew University of Jerusalem en de University of Haifa
Het College van Bestuur zal ook de samenwerkingen met The Hebrew University of Jerusalem en de University of Haifa bevriezen. Op grond van de relatie van deze universiteiten met het Israëlische leger (IDF) oordelen de adviescommissie en het College van Bestuur dat het risico op betrokkenheid bij mensenrechtenschendingen te hoog is.
Om tot institutionele samenwerking in de toekomst te komen met The Hebrew University of Jerusalem en de University of Haifa, stelt het College van Bestuur de voorwaarde dat The Hebrew University of Jerusalem en de University of Haifa aantoonbaar afstand nemen van betrokkenheid bij mensenrechtenschendingen, met name in relatie tot onderzoeksactiviteiten in bezette gebieden en samenwerking met het Israëlische leger (IDF).
Zolang het collegebestuur geen vertrouwen heeft dat door samenwerking de EUR ook indirect betrokken raakt bij schendingen van mensenrechten, blijven de institutionele samenwerkingen bevroren, bestaande uitwisselingsprogramma’s bevroren en worden geen nieuwe samenwerkingen gestart.
Het collegebestuur zal binnen twee weken in contact treden met de besturen van de beide universiteiten.
Ruimte voor dialoog
Het collegebestuur begrijpt dat de besluiten over de samenwerkingen uiteenlopende reacties zal oproepen binnen de EUR-gemeenschap. De oorlog in Gaza raakt velen diep, en het collegebestuur voelt zich verbonden met iedereen die lijdt onder de gevolgen van het conflict.
"We zien dat studenten en medewerkers, zowel met een Joodse/Israëlische achtergrond als vanuit de Pro-Palestina beweging, zich soms niet meer veilig voelen om zich uit te spreken. Dat raakt ons diep. We blijven ons inzetten voor een veilige en respectvolle campus waar ruimte is voor dialoog, verschil van mening en wederzijds respect, in het besef dat ervaren onveiligheid niet altijd volledig te beïnvloeden is", benadrukt het collegebestuur. Het roept daarom op tot een open en respectvolle dialoog en zal initiatieven vanuit de gemeenschap blijven ondersteunen.
Handelingskader voor faculteiten
Met de decanen is gesproken over het gevolg van dit besluit voor betrokken medewerkers en studenten, het vervolg van de samenwerkingen en in te bouwen evaluatiemomenten. Faculteiten zullen gaan werken met handelingskaders, bijvoorbeeld over hoe moet worden omgegaan met collegiale visitatie van individuele medewerkers van de universiteiten en samenwerking binnen internationale consortia en allianties.
Downloads
- Bestuurlijke reactie College van Bestuur EUR, samenwerkingen Bar-Ilan, The Hebrew University of Jerusalem en de University of Haifa 2025-06-05 pdf, 141.75 kB
- Advies Adviescommissie Gevoelige samenwerkingsverbanden (ACGS) incl full assessment per instelling, 2025-05-26 pdf, 702.69 kB
- Implementation guidance (handelingskader) 2025-06-06 pdf, 155.75 kB
Adviescommissie Gevoelige Samenwerkingsverbanden (ACGS)
De Adviescommissie Gevoelige Samenwerkingsverbanden (ACGS) werd opgericht in juni 2024, om samenwerkingen met universiteiten in conflictgebieden te evalueren. De commissie is onafhankelijk en geeft het College van Bestuur gevraagd en ongevraagd advies rondom gevoelige samenwerkingsverbanden. De actuele aanleiding waren de groeiende zorgen binnen de EUR-gemeenschap over de samenwerking met kennisinstellingen in gebieden waar fundamentele mensenrechten in het geding zijn, te beginnen met Israël en Palestina. Na het vaststellen van het context-assessment in april 2025, waarin de commissie de risico’s omschreef waarop zij samenwerkingen gaat beoordelen, zijn de eerste drie Israëlische universiteiten (Bar-Ilan, The Hebrew University of Jerusalem en de University of Haifa) beoordeeld. Op korte termijn zal de Commissie ook adviseren over de samenwerking met de Palestijnse Birzeit University en de University of Tel-Aviv in Israël.
- Meer informatie
Adviescommissie Gevoelige Samenwerkingsverbanden (ACGS)
Contact Pers & Media: press@eur.nl