Prof.dr. Richard Staring heeft samen met dr. Ilse van Liempt (Universiteit Utrecht) in opdracht van het Sociaal en Cultureel Planbureau onderzoek uitgevoerd naar de integratie van Syrische nieuwkomers. Uit de studie âNederland papierenland, Syrische statushouders en hun ervaringen met participatiebeleidâ blijkt dat Syrische statushouders sterk gemotiveerd zijn deel te nemen aan de Nederlandse samenleving, maar tegen allerhande problemen aanlopen in dit proces.
Nederlandse âpapiercultuurâ
Uit het onderzoek Van Liempt van Staring en is gebleken dat Syrische statushouders aangaande het participatiebeleid aangeven dat zij tegen de zogenaamde âpapiercultuurâ van Nederland aanlopen, het gevoel hebben dat zij worden ondergewaardeerd en een taalbarriĂšre ervaren tijdens het proces. De genoemde âpapiercultuurâ blijkt onder meer uit het gegeven dat voor het volgen van een opleiding of baan in Nederland, diplomaâs dienen te worden overlegd. Door het oorlogsverleden hebben zij vaak niet meer de beschikking over hun diplomaâs en wanneer zij dit wel hebben, worden deze vaak niet erkend.
Stereotypering en taalbarriĂšre
Het gevoel van onderwaardering blijkt onder meer uit het feit dat Syriërs zich gestereotypeerd voelen, zij menen dat bij Nederlanders een beeld bestaan van Syrië als een achtergesteld en onderontwikkeld land. Onder meer als gevolg hiervan zijn zij aangewezen op laaggekwalificeerd werk. Daarnaast kent het leren van de Nederlandse taal prioriteit, waarbij in het huidige inburgeringsbeleid de verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de statushouder zelf. Echter, aangezien onder meer de markt van taalscholen ondoorzichtig is, de beschikbare scholen hun aanbod niet op orde hebben en de kwaliteit van docenten te wensen overlaat, wordt er een taalbarriÚre opgeworpen voor Syrische statushouders.
Uit het onderzoek blijkt dat Syrische statushouders wensen dat bij hun toewijzing aan een gemeente meer rekening wordt gehouden met hun opgedane kennis en vaardigheden, levensfase en levensstijl om zo een betere match te maken tussen henzelf en de in een regio beschikbare opleidingsmogelijkheden en arbeidsmarktkansen.
- Meer informatie
Het gehele onderzoek kunt u hier vinden.