Opvoeden roept vragen op, dat is niks nieuws. Wel zien we wetenschappers van Erasmus School of Social and Behavioural Sciences (ESSB) steeds vaker terug in opvoedrubrieken in bijvoorbeeld NRC, de Volkskrant of op Nu.nl. Welke vragen krijgen ze het meest? Hoe is dat veranderd in de loop der jaren? En hoe komt wetenschappelijke kennis het best bij ouders en professionals terecht? Esther Rozendaal, Eveline Crone, Ruth Van der Hallen, Rianne Kok en Frank van der Horst delen hun ervaringen met ons. Wat blijkt? Kinderen zijn in essentie niet veranderd, maar ouders en de maatschappij wel.
De klassiekers
De vragen die het meest gesteld worden? Dat zijn vaak de herkenbare 'huis-tuin-en-keuken' onderwerpen. "In de media komen de basale vragen telkens terug", vertelt Rianne Kok, onderzoeker pedagogiek. "Ik gaf ooit een interview over Sinterklaas en liegen. Dat interview wordt elke twee jaar weer opnieuw opgepakt. Blijkbaar is dat thema blijvend actueel."

De comeback
Volgens de onderzoekers is het logisch dat opvoedvragen blijven terugkomen, er is immers steeds nieuwe aanwas van ouders. Het boek Het puberende brein, van hoogleraar 'Ontwikkelingsneurowetenschap in de Maatschappij' Eveline Crone, kwam voor het eerst uit in 2008, dat is dus al 17 jaar geleden. "De vragen daaruit komen steeds weer opnieuw naar boven. Dat komt omdat er telkens nieuwe generaties ouders bijkomen. En die gaan pas actief op zoek naar informatie zodra ze zélf met pubers te maken krijgen. Dan worden die vragen opnieuw actueel, ook al zijn ze inhoudelijk vaak niet veranderd", vertelt ze.
En de nieuwe dilemma’s
Er zijn ook meer indringende vragen die langskomen, weet onderzoeker Klinische Psychologie en psycholoog Ruth Van der Hallen: "Ik krijg vaak vragen over hoe je met je kind praat over moeilijke thema’s. Bijvoorbeeld over opa’s euthanasie of over wat er nu in Gaza gebeurt. We worden geconfronteerd met ingrijpende gebeurtenissen en ouders willen weten hoe ze die bespreekbaar kunnen maken. Het gaat dan niet alleen om wat je zegt, maar ook om hoe je luistert en ruimte biedt."

Opvoedadvies in de media: nieuwe wijn in oude zakken?
"Veel opvoedvragen zijn eigenlijk hetzelfde als vroeger", zegt Esther Rozendaal, hoogleraar Digital Resilience. "Alleen het onderwerp verandert mee met de tijd. Het is vaak nieuwe wijn in oude zakken. Waar we ons vroeger zorgen maakten over stripboeken of televisiereclames, maken we ons nu druk over social media en online games."
"Opvoeden gaat natuurlijk over het navigeren van je kinderen door de complexe wereld. Die wereld verandert, de kinderen veranderen niet", vertelt Frank van der Horst, onderzoeker in de pedagogiek en daarnaast als psychotherapeut werkzaam in de specialistische ggz. "Maar ouders veranderen wel en ook de opvattingen die ze hebben over wat ze kinderen mee willen geven. En ook de maatschappelijke normen van wat we van kinderen verwachten. Kinderen moeten tegenwoordig heel zelfstandig en autonoom zijn, maar dan vinden we ze tegelijk ook weer mondig en brutaal. Dat is een interessant fenomeen."
Wereld wordt complexer en opvoeden dus ook
Toch is niet iedereen het daar volledig mee eens. Eveline Crone ziet wel degelijk veranderingen in de aard van de vragen: "Kinderen groeien nu op met veel meer prikkels. Verveling bestaat haast niet meer. Ze zijn heel adaptief, maar dat maakt het opvoeden en de vraagstukken daarover ook complexer." Denk bijvoorbeeld aan dat je vroeger meekeek met de tv en nu vaak geen zicht hebt op wat je kind online bekijkt of doet. Esther Rozendaal: "En dus moet je als opvoeder ook op een andere manier betrokken zijn."

Ouders hebben meer vragen én ook meer bronnen
Tegelijkertijd is de manier waarop ouders informatie zoeken veranderd. “Je hoeft niet meer te wachten op een afspraak bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG),” zegt Rianne Kok. “Je googelt het gewoon. Maar dat brengt ook risico’s met zich mee, want de kwaliteit van informatie online wisselt enorm.”
Dan is er nog het effect van sociale media. "Vroeger verspreidde desinformatie zich trager", zegt Ruth Van der Hallen. "Maar nu kan één misleidend filmpje of artikel zich razendsnel verspreiden. De commotie rond de Week van de Lentekriebels is daar een goed voorbeeld van." Ook kunnen de perfecte plaatjes op sociale media zorgen voor een gevoel van onzekerheid bij ouders. Maartje Luijk, hoogleraar Pedagogiek, onderzoekt stress bij ouders. Ze benadrukt dat ‘goed genoeg’ opvoeden beter is dan perfect opvoeden. Opvoeden gaat met vallen en opstaan. En dat is juist goed, want 'zo leren kinderen het echte leven kennen.'"
Wetenschap dichter bij ouders en professionals brengen: de Rotterdamse 'handtekening'
Sommige vragen van ouders kunnen vanuit de wetenschap heel goed beantwoord worden. Maar hoe bereik je alle ouders? Ook de ouders die geen NRC of De Volkskrant lezen? Daar zetten de onderzoekers zich actief voor in. Ze noemen de verbinding met de praktijk dan ook 'de handtekening' van de Erasmus Universiteit in hun werk. Rianne Kok geeft bijvoorbeeld trainingen aan wijkteams in Rotterdam. "We leren de teams hoe ze beter de interactie tussen ouder en kind kunnen observeren, zodat ze gerichter kunnen ondersteunen. Dat kan ook zijn: bevestigen wat er goed gaat, bij ouders die erg onzeker zijn."

Ook Eveline Crone probeert doelgroepen te bereiken die vaak worden vergeten. Behalve aan de universiteit is ze ook verbonden aan Albeda mbo in Rotterdam. "Waarom krijg ik vooral vragen vanuit het vwo of de havo? Terwijl jongeren op het mbo met dezelfde dingen te maken hebben. We moeten veel bewuster naar die groepen toe bewegen."
Daarbij zoeken de onderzoekers actief samenwerking met expertisecentra en netwerken als Mind Us, Mediawijsheid en het Trimbos-instituut, die wetenschappelijke kennis mee helpen vertalen naar begrijpelijke boodschappen voor mensen die met kinderen en jongeren werken. "Het mooie aan die samenwerkingen", zegt Esther Rozendaal, "is dat er wetenschappers uit verschillende disciplines bij betrokken zijn. Daardoor krijg je een completer beeld en adviezen die echt toepasbaar zijn."

Vertrouwen in richtlijnen of juist meer in het eigen kunnen?
De overheid wil ouders helpen door richtlijnen te geven over bijvoorbeeld media-opvoeding. Esther Rozendaal kijkt er met belangstelling naar: "Ik ben erbij betrokken, maar ik vraag me ook af: een 'one-size-fits-all' is er toch niet?" Juist in de zee van meningen lijken ouders houvast te zoeken. Een duidelijke bron, een 'autoriteit' die zegt: als je dit doet, zit je goed.
Dat is een illusie, zo benadrukken de onderzoekers. Zelf zeggen ze dan ook liever geen 'echte' opvoedadviezen te geven, maar wel inzicht. "Het is belangrijk om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van je kind, hoe gevarieerd dat is", vertelt Rianne Kok." Dat helpt om vervolgens te weten of je er iets mee moet doen en of je je zorgen moet maken. Veel dingen horen er in bepaalde fases bij." Eveline Crone besluit: "Als ik boeken schrijf, wil ik geen opvoedadviezen geven. Door dingen uit te leggen en begrip te creëren, kunnen ouders zelf die stap zetten, zij kennen hun kind tenslotte het best."
Tips voor opvoeders:
- "Op zoek naar betrouwbare informatie? Lees een goed boek."
- "Toon oprechte interesse in je kind. Wees empatisch en oordeel niet te snel. Daar begint alles mee."
- "Onthoud: opvoeden hoeft niet perfect te zijn en kijk vooral naar wat goed gaat."

- Professor
- Professor
- Professor
- Professor
- Professor
- Professor
- Meer informatie
Meer wetenschapsverhalen? Kijk op ons online magazine Erasmus Extra.
Pers
Voor meer informatie kun je contact opnemen de persvoorlichter van ESSB Marjolein Kooistra via de mail of telefonisch via +31 6 83676038.- Gerelateerde content
- Gerelateerde links
- 'Hoe leer je een 3-jarige om niet zomaar met mensen mee te gaan?' - Rianne Kok beantwoordt deze lezersvraag in NRC
'Hoe laat ik mijn dochter van vijf ook over minder leuke dingen praten?' - Ruth Van der Hallen beantwoordt deze lezersvraag in NRC
'Onveilige hechting bij kinderen: zorgt dat later voor problemen?' - Frank van der Horst over onveilige hechting bij Quest
Esther Rozendaal over de impact van sociale media op het welzijn van jongeren